Mijd mijten

Mijten zijn microscopisch kleine, bloedzuigende, spinachtige beestjes. Ze komen bijna bij alle diersoorten voor. Sommige mijten behoren tot de normale huidbewoners en zorgen normaal niet voor problemen. Andere soorten leven in de omgeving van het dier, bijvoorbeeld in de mand of kooi, en zuigen ’s nachts zijn bloed.

Je huisdier kan mijten krijgen via het hooi of stro en via wilde dieren zoals vogels, ratten en muizen, maar ook door direct contact met een besmette soortgenoot, of besmette dekens of manden.

De symptomen van een mijtenbesmetting zijn afhankelijk van de mijtensoort en het type dier. Veel voorkomende symptomen zijn o.a. jeuk, veelvuldig krabben of wassen, met de kop schudden, onrustig zijn, kale plekken hebben en een doffe vacht of gebroken veren. Bij oormijt is het oorsmeer vaak donker en korrelig.

Soorten mijten

Oormijt (Otodectes cynotis)

Oormijten komen voor bij o.a. honden, katten, fretten, konijnen en cavia’s. Ze beperken zich meestal tot de gehoorgang. Maar ze kunnen ook voorkomen op de kop van het dier. Jonge dieren en dieren met hangende oren lopen meer risico op besmetting.

Een besmetting met oormijt geeft zwart, korrelig oorsmeer. Door de jeuk zal het dier schudden met de kop en veelvuldig krabben aan zijn oren, soms tot bloedens toe. Als je vermoed dat je dier oormijt heeft, raadpleeg dan altijd je dierenarts. Een besmetting niet behandelen kan ernstige gevolgen hebben.

Graafmijt of schurft (Acarus scabiei of Sarcoptes scabiei)

Schurftmijten graven over het hele lichaam gangen in de huid, waardoor erge jeuk, schilfers en kale plekken ontstaan. Doordat je dier veelvuldig krabt, krijgt het wondjes.

Schurftmijten komen heel veel voor bij cavia’s en andere kleine knaagdieren, die er enorm veel last van hebben. Door de extreme jeuk kunnen ze zelfs epileptische aanvallen krijgen.

Bij vogels komt ook een graafmijt voor, maar het gaat dan om een andere soort (Knemidocoptes mutans) die voor zogenaamde kalkpoten zorgt.

Raadpleeg je dierenarts voor de diagnose en behandeling.

Schilfermijt (Cheyletiella)

De schilfermijt komt veel voor bij honden, katten en konijnen. Vooral jonge en oudere dieren zijn gevoelig. Het is zeer besmettelijk, ook voor mensen.

De dieren hebben niet altijd jeuk. Sommige dieren hebben geen symptomen, maar kunnen wel andere dieren besmetten. Andere dieren krijgen een doffe vacht, met roos en veel losse haren en schilfers.

Raadpleeg je dierenarts voor de diagnose en behandeling.

Bloedmijten

Bloedmijten (soms ten onrechte bloedluizen genoemd) komen vooral voor bij vogels, maar ze kunnen ook knaagdieren besmetten. Ze houden zich schuil in kieren en spleten van de hokken. ’s Nachts zuigen ze bloed, en dat irriteert het dier en op den duur verzwakt het. Behandel de dieren én de hokken grondig, met speciale aandacht voor kieren en spleten. Verwijder en vernietig al het hooi en stro. Om bloedluizen te voorkomen, vermijd je zoveel mogelijk spleten en kieren.

Raadpleeg je dierenarts voor de diagnose en behandeling.

Demodex

Demodex, of puppyschurft, is een mijt die vooral voorkomt bij honden. Deze mijt behoort tot de normale huidflora. Pups worden besmet door hun moeder binnen de drie dagen na geboorte. Daarna kunnen de mijten de huid niet meer doordringen. 

Bij oudere dieren is Demodex niet besmettelijk. Klachten ontstaan meestal als er meer mijten dan normaal aanwezig zijn of als er een probleem is met de afweer, bijvoorbeeld bij jonge, oude of zieke dieren. Raadpleeg je dierenarts voor de diagnose en behandeling. De behandeling is meestal langdurig.

Bron: huisdierinfo.be

Terug naar overzicht