10 boeiende feiten over paarden
Paardenliefhebbers weten het al lang: paarden zijn ontzettend fascinerende wezens. Je kunt er niet over uitgeleerd raken, maar we starten alvast met 10 leerrijke feiten:
1. De paardenlach
De meeste mensen denken dat een paard lacht, als hij/zij zijn bovenlip krult en zijn tanden ontbloot; het lijkt op een brede grijns. Eigenlijk lachen paarden niet, het is een reactie die te maken heeft met de geuren. Het paard registreert alleen de geuren die via de lucht naar zijn klieren stromen.
2. Unieke ogen
De ogen van paarden zijn in verhouding ca. negen keer groter dan de ogen van mensen. Ze staan aan de zijkant van het hoofd. Dit zorgt ervoor dat hij bijna 360 graden om zich heen kan kijken. Echter hebben ze niet de bekwaamheid om zich te concentreren op 1 onderwerp.
Het bovenste deel van hun ogen is voor dichtbij zien terwijl het onderste deel van het oog is voor het veraf zien is.
3. Goed geheugen
Een paard kan een vriendelijke reactie blijven herinneren zolang het leeft.
Behalve mensen kunnen paarden ook plaatsen herinneren.
De meeste paarden worden bang, wanneer ze naar een plek worden gebracht waar ze geen goede ervaringen hebben gehad.
4. Slaaphouding
Paarden liggen alleen voor korte tijd.
Ze kunnen staand slapen want dankzij de steun van hun voorbenen en achterbenen, kunnen ze zich ontspannen zonder om te vallen.
De meeste paarden slapen liever staand, omdat bij het liggend slapen hun gewicht druk uitoefent op de inwendige organen.
5. Een paard kan niet boeren, overgeven of via de mond ademen
Het spijsverteringsstelsel van paarden wordt gekenmerkt als een eenrichtingsweg in tegenstelling tot runderen die het voedsel kunnen uitbraken en herkauwen.
Paarden kunnen niet zoals mensen door hun neus en mond ademen. Dit komt doordat een stukje weefsel de keelholte van de mond blokkeert, behalve bij het slikken.
6. Paarden hebben gemiddeld 205 botten
Het aantal botten is gemiddeld omdat sommige rassen meer of minder botten hebben. Als veulen hebben paarden nog meer botten, die aan elkaar groeien naarmate het paard ouder wordt. De botten komen redelijk overeen met het menselijk lichaam. Het grootste verschil tussen het skelet van paard en mens is het ontbreken van een sleutelbeen bij het paard.
7. Witte paarden worden niet wit geboren
Witte paarden zijn niet wit geboren. Bij de geboorte hebben ze een donkerdere kleur, die geleidelijk veranderd naar wit.
Als veulen kunnen ze kastanje bruin zijn of zelfs zwart, dat is de reden waarom de meeste paarden niet wit zijn maar grijs.
Een voorbeeld hiervan zijn de Lippizaners, die effen zwart geboren worden.
De kleur verandert naar wit wanneer zij de leeftijd van 10 jaar bereiken.
8. Tanden verklappen de leeftijd
Naarmate een paard ouder wordt verandert de stand, kleur en vorm van zijn tanden sterk. Veulentjes krijgen hun eerste spierwitte, korte tandjes vlak na de geboorte. De tanden van een volwassen paard gaan naarmate het paard ouder wordt, steeds wat schuiner naar voren staan. Ook het tandglazuur wordt dunner. Bij een paard dat 10 jaar of ouder is kun je – als je goed kijkt – in de buitenste voortanden van je paard een groef herkennen. Deze groef groeit steeds wat verder naar beneden: wanneer het paard 15 jaar oud is, komt deze tot ongeveer halverwege de tand. Deze groeve ‘stopt met groeien’ wanneer het paard ongeveer 25 jaar is. Mocht je paard oud genoeg worden, dan kunnen zijn tanden zelfs zo ver slijten dat de groeve helemaal niet meer zichtbaar is.
9. Hoefijzers
Hoefijzers worden niet alleen ter bescherming van de hoeven gedragen,
maar ook om de tractie te verbeteren en meer demping te bieden.
De functies van hoefijzers zijn vergelijkbaar met loopschoenen voor de mens.
Zo zijn hoefijzers voor paarden niet allemaal hetzelfde, er zijn verschillende types zoals corrigerend hoefbeslag, lichtgewicht aluminium ijzers, “natuurlijke evenwicht” ijzers enzovoort.
10. Paarden drinken 30 tot 35 liter water per dag
Even ter vergelijking: een mens drinkt gemiddeld 2 liter water op een dag. Op warme dagen kunnen paarden zelfs 50 liter water drinken. Paarden die veel op de wei staan, drinken minder water omdat het gras uit meer water bestaat dan kuil of hooi.