Benchtraining voor je hond

Net zoals zindelijkheidstraining en volgtraining is ook benchtraining eigenlijk zeer belangrijk voor je hond! Je kan er niet vroeg genoeg mee beginnen. De bench voor in huis is voor een pup een veilige en rustige plek… tenminste wanneer deze juist gebruikt wordt! Er is echter training nodig om dit zo aan te leren.

Wat is een bench?

Een bench is een metalen kooi dat je in principe overal makkelijk mee naartoe kan nemen. De meeste kunnen opgevouwen worden. Het is eigenlijk een eigen thuisplekje voor je hond dat je kan meenemen. Bepaal de ideale afmeting voor je hond via deze regel: je hond moet altijd volledig kunnen rechtstaan en bewegingsvrijheid hebben. Enkele tips:

  • plaats de bench altijd op een tochtvrije plek
  • plaats de bench op een centrale plaats in de huiskamer en zonder deze niet af
  • zorg ervoor dat je hond comfortabel kan liggen op een hondenkussen of een dekentje

Waarom een bench?

Het is een onderdeel van het zindelijk maken van je pup. Een hond heeft namelijk de neiging om zijn eigen nest niet te bevuilen. Doordat je via de bench de ruimte beperkt zal het poepen en plassen snel onder controle zijn. 

Honden hebben namelijk ook een plekje nodig waar ze zich kunnen terugtrekken en waar ze zich veilig voelen. Ook voorkom je op deze manier dat een hond, wanneer hij alleen is, overal aan gaat knagen. 

Volg deze stappen:

1. Laten wennen

Zorg voor een thuisgevoel in de bench door er enkele speeltjes in te leggen en een lekker botje om op te knagen. Je hond mag zich niet meteen opgesloten voelen. Laat daarom eerst de deur van de kooi open. Als je hond ergens anders heen gaat met zijn bot dan breng je hem vervolgens op een rustige manier terug naar zijn bench en blijf dit consequent volhouden. Hij zal beginnen begrijpen dat hij het lekkers enkel in zijn bench mag opeten. 

2. Slapen

Wanneer je hond wat gewend is aan zijn nieuwe verblijf is het tijd voor de volgende stap. Zorg ervoor dat wanneer je hond wil rusten of slapen, dit in zijn bench doet en niet daarbuiten. Telkens wanneer je merkt dat er een rustmomentje aankomt breng je hem naar zijn bench. Doe dat bijvoorbeeld na een flinke wandeling en beloon hem met een snoepje en een aai wanneer hij in de bench gaat liggen. Als je hond zich wil verplaatsen om ergens anders in huis te gaan liggen en breng je hem terug heel rustig naar de bench. Hou ook dit vol en laat het deurtje nog enkele dagen openstaan.

3. Deurtje dicht

Stop nu over op slapen met de deur dicht. De eerste keer kun je het deurtje bijvoorbeeld een kwartiertje dichtdoen. Geef je hond iets lekkers om op te knagen. Blijf zelf aanwezig en verlaat de ruimte niet. Herhaal deze stap dagelijks een aantal keer zodat je hond ook hier aan kan wennen.

4. Weggaan

In de laatste stap is het de bedoeling dat je de ruimte verlaat wanneer je de deur van de bench toe gedaan hebt. Ga hier wel zeer zorgvuldig te werk. Pak je het hier verkeerd aan dan zit de kans erin dat je alle stappen opnieuw moet doorlopen. Doe precies wat je altijd voorheen deed en gedraag je niet anders dan in de vorige stappen met het verschil dat je deze keer wel de ruimte verlaat wanneer je het deurtje hebt dichtgedaan. Blijf echter wel in huis en laat hem de eerste keren niet te lang alleen. Herhaal ook deze stap een aantal keer per dag in het begin en blijf hier telkens een klein beetje langer weg. Geef hem telkens iets om zich bezig te houden zoals een kluifje, een speeltje of iets lekkers. Blijft je pup uiteindelijk heel rustig wanneer je de ruimte hebt verlaten dan is de training geslaagd!

 

Terug naar overzicht