Overgewicht bij honden en katten
Het is een regelmatig terugkerend onderwerp: overgewicht bij huisdieren. Het aantal huisdieren dat (veel) te zwaar is, neemt namelijk nog altijd toe. Het percentage honden en katten dat kampt met licht tot ernstig overgewicht wordt geschat op 35%. Volgens sommige bronnen loopt dit percentage echter op tot maar liefst 60%!
Verstoorde balans
In het algemeen wordt gesteld dat een dier kampt met overgewicht als het 5 tot 10% meer weegt dan zijn of haar ideale lichaamsgewicht. In de meeste gevallen ontstaat overgewicht bij huisdieren – net als bij mensen – door te veel eten in verhouding tot te weinig bewegen.
Voedsel levert energie. Deze energie is nodig om het lichaam te onderhouden en om lichaamsbeweging zoals wandelen en spelen uit te kunnen voeren. Als uw hond of kat (te) weinig beweegt, houdt hij dus energie over. Deze overtollige energie wordt opgeslagen in het lichaam als vet. Wanneer een dier stelselmatig meer voer krijgt dan hij of zij in feite nodig heeft, dan wordt het op den duur te zwaar. Het is daarom belangrijk om de balans tussen voeding en beweging goed te bewaken.
Oorzaken van overgewicht
Overgewicht kan veel verschillende oorzaken hebben. Vaak is er niet één oorzaak aan te wijzen, maar is er sprake van een combinatie van factoren. Te veel eten in combinatie met te weinig bewegen ligt voor de hand. Er zijn echter meer factoren die afzonderlijk of in combinatie van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van overgewicht.
Te veel eten
Honden en katten krijgen vaak te veel eten omdat men bang is dat het dier honger krijgt of omdat het dier om eten vraagt. Daarnaast worden veel dieren, naast hun eigen voer, ook nog verwend met het overgebleven avondeten of ‘mensensnacks’ zoals een stukje worst of kaas.
Wat men zich vaak echter niet realiseert, is dat wanneer een hond 2 plakjes salami krijgt, hij relatief evenveel energie binnenkrijgt als een mens die anderhalve hamburger eet! En voor een kat staat een klein blokje kaas gelijk aan een hele chocoladereep voor ons!
Te weinig bewegen
Om gezond te blijven is het ook voor dieren belangrijk voldoende te bewegen. Dit geldt voor alle dieren, maar met name voor dieren die (te) veel eten krijgen. Als een dier normaal eet maar te weinig beweegt, kan overgewicht op de loer liggen. Bij dieren die te veel eten en daarbij niet of nauwelijks bewegen, is het risico op overgewicht nog vele malen groter.
Tussendoortjes
Tussendoortjes zijn niet alleen bij mensen, maar ook bij dieren een grote boosdoener. Dieren eten uiteraard geen chips, snoep en chocola (chocolade is zelfs gevaarlijk voor huisdieren), maar tussendoortjes voor huisdieren bevatten vaak veel energie. Wanneer hier lichaamsbeweging, zoals bijvoorbeeld een lange wandeling tegenover staat, is er in principe niets op tegen om uw huisdier een tussendoortje te geven. Maar wanneer u het uitsluitend voor de lekker geeft, dan is dat tussendoortje een echte dikmaker.
Er zijn echter ook diverse verantwoorde snacks voor honden verkrijgbaar. Dit betekent natuurlijk niet automatisch dat u deze onbeperkt aan uw hond kunt geven. Liefst wordt het geven van een tussendoortje gecompenseerd door een evenredig deel voer van de normale maaltijd af te halen.
Castratie of sterilisatie
Gecastreerde of gesteriliseerde dieren hebben veel minder energie nodig in vergelijking met intacte dieren. Er is ook speciale voeding voor gecastreerde of gesteriliseerde honden en katten verkrijgbaar. Deze voedingen hebben een verlaagd energiegehalte en bevatten meestal extra vezels om hongergevoel te voorkomen.
Ouderdom
Oudere dieren slapen veel en bewegen over het algemeen minder dan jonge dieren. Hierdoor verbruiken zij minder energie en hebben zij ook minder energie (voer) nodig. U kunt er voor kiezen over te stappen op een zogenaamd senior voer speciaal voor oudere dieren. Deze voeding heeft een lagere energiedichtheid en bevat bovendien extra voedingsstoffen die het lichaam van uw hond of kat op leeftijd ondersteunen.
Medische oorzaken
Aan overgewicht kunnen ook medische oorzaken ten grondslag liggen. Wanneer een dier bijvoorbeeld last heeft van een traag werkende schildklier, dan vergroot dit de kans op overgewicht. De schildklier regelt namelijk onder andere de stofwisseling. Als de schildklier traag werkt, wordt voedsel langzamer verbrand en wordt er meer energie in het lichaam opgeslagen. Ook aandoeningen die het dier beperken om te bewegen, zoals artrose en gewrichtsproblemen, kunnen het ontstaan van overgewicht in de hand werken.
Het gebruik van bepaalde medicijnen kan ook leiden tot overgewicht.
Het herkennen van overgewicht
Overgewicht is in eerste instantie te herkennen aan de uiterlijke kenmerken ervan. Bij dieren zonder overgewicht moet u van bovenaf gezien een taille kunnen waarnemen en moet van de zijkant gezien de buik achter de ribben oplopen. Als er geen waarneembare taille is en de buik even breed of zelfs breder is dan de ribbenkast, dan is uw hond of kat mogelijk te zwaar.
Wanneer een dier een lange of dikke vacht heeft, kan de taille moeilijk waarneembaar zijn. Het is daarom belangrijk om ook aan uw huisdier te voelen. Als u met uw handen over de ribbenkast gaat moet u, zonder veel druk uit te oefenen, de ribben kunnen voelen. Indien u de ribben niet of nauwelijks voelt, kampt uw hond of kat mogelijk met overgewicht. Het is overigens niet de bedoeling dat u de ribben van uw dier ziet. In dat geval kan er namelijk sprake zijn van ondergewicht.
Wat gedrag betreft kunt u overgewicht bij een hond of kat onder andere herkennen aan een verminderde lichaamsconditie (kortademigheid), de aanwezigheid van voortdurend hongergevoel, een toenemende vatbaarheid voor warmte of oververhitting (met name in de zomer) en een algehele afname van levenslust en enthousiasme.
Body Condition Score
Of mensen over een gezond gewicht beschikken wordt meestal bepaald aan de hand van de Body Mass Index (BMI). Voor dieren bestaat er ook een systeem om ze objectief te scoren en in te delen in een bepaalde gewichtscategorie: de Body Condition Score (BCS). De BCS kan in verschillende schalen worden ingedeeld.
Dieren worden ingedeeld bij een bepaalde score op basis van de aan- of afwezigheid van een zichtbare taille en het wel of niet kunnen voelen van de ribben. Een dier met een ideaal gewicht krijgt de score 4 of 5. Elk punt hoger betekent 10% overgewicht, elk punt lager betekent 10% ondergewicht. Vanaf BCS 7 wordt gesproken over extreem overgewicht of obesitas.
Heeft uw huisdier het juiste gewicht?
Voor een eigenaar is het vaak lastig om objectief naar hun eigen hond of kat te kijken en te bepalen of hij een gezond gewicht heeft. Als u wilt weten hoe het ervoor staat met uw viervoeter, kunt u een keertje met hem langs uw dierenarts gaan.
Deze kan uw dier wegen en goed bekijken, en aan de hand van zijn bevindingen een BCS-score geven. Bij een te hoge BCS-score kan hij u adviseren over de juiste aanpak van het overgewicht en u begeleiden in het verantwoord laten afvallen van uw huisdier. Vaak speelt het inzetten van een dieetvoeding hierbij een belangrijke rol.
Heeft u vragen over overgewicht bij huisdieren, hoe u het kunt voorkomen en wat u eraan kunt doen? Neemt u dan contact op met onze dierenartsen.
Bron: medpets.be